Schapen
Fries Melkschaap
Friese melkschapen zijn grote, witte schapen met een kale kop en staart. Hun neus is gebogen. Ze kunnen wel 75 kilogram wegen. De wol is lang en goed bruikbaar. Deze schapen kunnen erg goed gebruikt worden voor melk en kaasproductie. Deze schapen worden al sinds 1400 gebruikt voor vlees en wol.
Over het algemeen zijn ze erg lief en nieuwsgierig.
Mergellandschaap
Het mergelland schaap is een schaap met een bruin-bevlekte kop met een grove, lange vacht. Ook heeft hij een staart met veel wol erop. Vroeger werd dit schaap veel gebruikt voor de wol en voor bemesting. Toen er kunstmest op de markt kwam is dit schapenras bijna verdwenen. Nu wordt er steeds meer mee gefokt om ze in stand te houden. De wol van het mergelland schaap is van erg goede kwaliteit en krimpt bijna niet bij het wassen.
Veluws Heideschaap
Veluwse heideschapen zijn grote witte schapen die hoog op de benen staan. Hun vacht is erg lang en stug.
Ze hebben een lange bewolde staart. Rammen hebben hele kleine hoorntjes, de ooien, vrouwtjes, hebben dit niet. Vroeger werden deze schapen vooral gebruikt voor bemesting, maar toen er kunstmest werd bedacht, stierven deze schapen bijna uit. In 1960 waren er nog maar een paar Veluwse heideschapen over. Nu zijn er ongeveer weer 1200 dieren.